
Oscar Peters (1981) maakt voornamelijk grote kinetische sculpturen. Hij heeft een BA in Beeldende Kunst van de Gerrit Rietveld Academie en een Master of Fine Art van Carnegie Mellon University. Op dit moment onderzoekt hij met humor en een flinke dosis zelfspot grotere thema’s zoals verlies, rouw, en woede. Peters is gefascineerd door gesimuleerd geweld. De drang naar vernietiging is op een rare obscene manier deel van de mens, wij bezitten een morbide verlangen naar geweld, jegens de ander, te kijken. Wie kijkt er nu niet af en toe een horror film?
Angstaanjagend en tegelijkertijd buitengewoon veilig; deze paradox is precies dat wat Peters het meest interesseert. Mensen zijn de enige diersoort die doelbewust het gevaar opzoekt. We gespen onszelf aan een achtbaan om doodsangsten uit te staan. Wij kicken op het gevoel van het randje van de afgrond. Het noodlot tarten speelt een grote rol in zijn praktijk. Het ondeugende, oncomfortabele, puntje van je stoel gevoel – dat is wat Peters wil dat kunst is.